Vanaf 1 januari moeten de grote streamingdiensten die actief in Nederland zijn vijf procent van hun lokale omzet investeren in Nederlandse producties. Deze week stemde de Eerste Kamer in met de wet die dit mogelijk moet maken.
De lokale investeringsplicht voor streamingdiensten speelt al een tijd. In juni stemde de Tweede Kamer al voor. Deze week werd de wet ook met een meerderheid aangenomen in de Eerste Kamer. Enkel Volt, PVV en JA21 stemden tegen. Volgens PVV-senator Gom van Striem is het ‘een moeilijke opgave om het nut van de handhaafbaarheid duidelijk te maken’. Hij wees erop dat uit onderzoek blijkt dat Nederland de meeste films produceert, maar dat deze beduidend minder succes hebben dan andere Europese films. Kwantiteit is volgens hem een slechte maatstaf om de nationale cultuur te promoten. Het overgrote deel van de Tweede Kamer is echter van mening dat er door de plicht meer variatie in het aanbod komt en de makers in de audiovisuele sector versterkt worden.
De verwachting van de rijksoverheid is dat de nieuwe wet voor meer dan 40 miljoen aan investeringen zorgt. Die moeten betaald worden door aanbieders die een Nederlandse jaaromzet van meer dan 10 miljoen euro hebben. Het zou hier gaan over Netflix, Disney+ en Amazon Prime.
In het oorspronkelijke voorstel gold de investeringsplicht enkel voor films, series en documentaires. Daar zijn nu ook reality-, comedy- en theaterproducties bijgekomen. Er komt een jaarlijks overzicht waarin te zien is in welke genres is geïnvesteerd.
Over drie jaar staat een evaluatie gepland.
Het bericht Lokale investeringsplicht voor streamingdiensten goedgekeurd verscheen eerst op Entertainment Business.
Frank schrijft altijd met een kritische blik en een diep begrip van de onderwerpen die hij behandelt. Hierdoor weet hij zijn lezers altijd te boeien en aan te zetten tot nadenken.
